Box 3
Iets anders dat de gemoederen blijft bezig houden is box 3. Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de box 3 heffing voor 2017 en 2018 in strijd is met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod. De reden is kort samengevat dat de wet een bepaald fictief rendement veronderstelt dat wordt belast tegen (toen nog) 30%, terwijl het daadwerkelijk rendement in die jaren aanzienlijk lager was. Dit geldt met name voor belastingplichtigen waarvan het box 3 inkomen vooral uit spaartegoeden bestaat. De rente is namelijk al jaren laag.
Het kabinet heeft gezegd dat zij in box 3 niet langer willen uitgaan van een forfaitaire vermogensrendementsheffing, maar het is de bedoeling dat het werkelijk rendement wordt belast. De bedoeling was dat dit stelsel in werking zou treden met ingang van 2026. Inmiddels is duidelijk geworden dat dit niet haalbaar is. Dit stelsel zou met ingang van 2027 moeten ingaan.
Vanaf 2023 is de belastingheffing in box 3 al aangepast. Vanaf 2023 wordt uitgegaan van drie vermogensgroepen:
- Banktegoeden (0,36%)
- Overige bezittingen (6,17%)
- Schulden (2,57%)
Per categorie geldt een eigen forfaitair rendement. Deze staan achter de verschillende groepen tussen haakjes vermeld. Dit rendement wordt belast tegen 32% in box 3.
Het nieuwe stelsel kan heel nadelig uitpakken. Immers, als bezittingen enerzijds worden belast tegen 6,17% terwijl de schulden daartegenover slechts aftrekbaar zijn tegen 2,57%, kan hier een mismatch ontstaan. Op het moment dat het vermogen nihil is, kan box 3 wel voordelig uitpakken. Dit is afhankelijk van uw situatie. Wij bekijken dat voor u.
Het maakt dus nogal verschil tot welke categorie de bezitting behoort. Spaartegoeden worden namelijk veel minder zwaar belast dan overige bezittingen. Dit, terwijl niet alle bezittingen een daadwerkelijk rendement opbrengen van 6,17% of meer. Dit heeft dus niks te maken met een werkelijk rendement en is naar onze mening volledig in strijd met het Kerstarrest. Het kabinet heeft ook aangegeven voorlopig geen enkele aanslag met box 3 heffing op te leggen, tenzij dit nadelig uitpakt voor belastingplichtigen. Onze ervaring is dat er toch wel hier en daar aanslagen worden opgelegd. Hiertegen maken wij, tenzij u hebt aangegeven dit niet te willen, bezwaar.
In de Voorjaarsnota 2023 is een aantal wijzigingen aangekondigd die hieraan tegemoet komen:
- Vermogen dat in een VvE (Vereniging van Eigenaren) zit valt niet onder overige bezittingen, maar onder spaartegoeden.
- Geld op een derdenrekening bij de notaris hoort niet tot de overige bezittingen, maar onder spaartegoeden.
- Vorderingen en schulden tussen fiscale partners en tussen ouders en minderjarige kinderen worden gedefiscaliseerd. Deze vorderingen en schulden hoeven dus niet meer in de belastingaangifte te worden vermeld.