Box 3
De verwachting is dat vanaf 2026 het box 3 stelsel helemaal wordt herzien. Worden de plannen waarheid? Dan is vanaf dat moment niet langer een fictief rendement belast, maar wordt belasting geheven over de daadwerkelijke resultaten.
Door het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 waarin de Hoge Raad oordeelde dat de box 3 heffing in strijd is met het discriminatieverbod, heeft inmiddels rechtsherstel plaatsgevonden. Dit rechtsherstel betrof de jaren 2017 tot en met 2020 en gold alleen voor belastingplichtigen die bezwaar hebben gemaakt tegen de aanslagen over deze jaren. Én voor belastingplichtigen waarvan de aanslagen over de jaren 2017 tot en met 2020 nog niet onherroepelijk vaststonden. Voor alle belastingplichtigen komt er een rechtsherstel over de jaren 2021 en 2022.
Het rechtsherstel gaat nog steeds uit van een fictief rendement. Vermogen wordt verdeeld in drie categorieën met elk een eigen forfaitair rendementspercentage. Er wordt onderscheid gemaakt tussen banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Op basis hiervan wordt het box 3 voordeel berekend. Ook voor de jaren 2023 tot en met 2025 geldt een soortgelijke berekening. Het verschil is dat over de jaren tot en met 2022 wordt gekeken of de nieuwe regeling nadeliger is dan de oude. Is dit zo? Dan blijft de oude regeling gelden. Vanaf 2023 wordt altijd uitgegaan van de nieuwe regeling. Vanaf dat moment kunt u dus ook nadeliger uitkomen.
Er lopen nog steeds procedures over de heffingssystematiek in box 3. Ook zijn er procedures aanhangig gemaakt over de vraag in hoeverre niet-bezwaarmakers ook recht hebben op rechtsherstel. Nog steeds veel onduidelijkheid dus. Ter behoud van rechten is daarom het advies nog steeds bezwaar te maken tegen het box 3 inkomen.